Kerkverlating door millennials in de GKv en NGK in Nederland
Kerken in Nederland hebben te maken met een teruglopend ledental. Dit is ook het geval in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv) en de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK). Ze ervaren allebei een dalend ledenaantal, vooral onder jongeren. Dit onderzoek richt zich op de zogenaamde 'millennials' onder de kerkverlaters uit deze twee denominaties en hoe gemeenten op deze trend kunnen inspelen.
Onderzoeksvraag
De onderzoeksvraag is als volgt geformuleerd:
‘Waarom’ en ‘hoe’ verlaten millennials uit de GKv en NGK de kerk waarin ze zijn opgegroeid, en wat kunnen gemeenten doen om deze trend van kerkverlaten tegen te gaan?
Millennials
'Millennials' wordt gebruikt als een term om het demografische cohort te beschrijven dat is geboren in het begin van de jaren tachtig tot het begin van de jaren 2000. Ze zijn opgegroeid in een tijd van secularisatie; een leeftijd die wordt gekenmerkt door trefwoorden als authenticiteit, individualisme en ervaring. Wat betreft de relatie met een kerk heeft het tot gevolg dat millennials een kerk kiezen die aan hun behoeften voldoet. Dit betekent regelmatig het verlaten van de kerk en kerkgemeenschap waarin ze zijn opgegroeid. In dit onderzoek gaan we na of er een verband is tussen de millenniumbehoeften en de manier waarop de kerk in die behoeften kon voorzien. Ook onderzoeken we hoe het proces van vertrek verliep. Was dit bijvoorbeeld een reactie op een specifieke gebeurtenis, of was het een proces van vervagen? Als millennials ouders zijn van een nieuwe generatie, wat betekent dit dan voor de toekomst van de kerk in de westerse wereld?
Twee denominaties
De Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv) en de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) zijn twee sterk verwante kerkgenootschappen van gereformeerde kerken in Nederland. Oorspronkelijk waren ze één kerk, maar na een conflict in 1967 scheidden ze zich in twee denominaties. In 2018 bedroeg het ledental van de GKv 115.000 en van de NGK 33.000. Onlangs hebben ze zich verzoend en officieel de intentie uitgesproken om zich als één kerk te herenigen. De GKv stond tot een decennium geleden bekend als zeer streng en gesloten voor de samenleving; de NGK was vanaf het begin in 1967 minder streng en meer open voor de samenleving.
Aanpak en methode
Dit onderzoek is een kwalitatieve multiple case study met een open design, waarin verschillende dataverzamelingsmethoden worden gebruikt. Het bestaat uit twee onderzoeken. Studie 1 verkent het 'waarom' en 'hoe' van kerkverlaters via een enquête, focusgroepbijeenkomsten met ouders en diepte-interviews met kerkverlaters. Studie 2 is een actieonderzoek in samenwerking met de raden van twee GKv- en twee NGK-gemeenten; het is een onderzoek naar de implicaties van Studie 1 en een verkenning van interventies die kunnen worden ontwikkeld en geïmplementeerd.
Praktische theologie, godsdienstonderwijs en sociologie
De studie is ingebed in praktische theologie, godsdienstonderwijs en (religie)sociologie. Deze disciplines raken thema's als de ervaringen van en relaties tussen mens, kerk en samenleving, perspectief van geloofsvorming in het kerngezin en de kerk, de mogelijke invloed van generaties op geloofsvorming en geloofspraktijk, en de invloeden van de veranderende samenleving.
Waardebepaling
Dit onderzoek zal relevant zijn voor de kerkenraden, gemeenten en familieleden van kerkverlaters. Er is al enig onderzoek gedaan op dit gebied, maar er is nog steeds geen adequaat antwoord van kerkverlaters zelf en hun ouders over de kwestie van kerkverlaten. Voor kerkenraden en congregaties zal dit onderzoek nuttig zijn, omdat het inzicht zal geven in de beweegredenen en redenen van millennial-kerkverlaters. We vertrouwen erop dat deze studie zal resulteren in het openen van het gesprek en het vergroten van begrip voor kerkverlaters en hun families die achterblijven.
Onderzoekers
Anja A. Moesker is de onderzoeker. Het project wordt begeleid door dr. Bram de Muynck en dr. Ronelle Sonnenberg. Studie 1 zal naar verwachting in december 2020 worden afgerond, Studie 2 in juni 2022. Artikelen zullen worden geschreven en gepubliceerd in het voorjaar van 2021 en najaar 2022. De afronding van het proefschrift staat gepland voor juni 2023.